Het Vasten
Door de nobele Shaykh
al-Imaam Aboe ‘Abdillaah Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien
– moge Allah hem genadig zijn –
In Naam van Allah, de Barmhartige, de Erbarmer
Alle lof komt toe aan Allah, Heer der Werelden, en moge de salaah en salaam over onze Profeet Mohammad zijn, en over al zijn familieleden en metgezellen. Vervolgens dit:
Dit zijn kleine stukken beknopte informatie over het vasten, de regelgeving hiervan, de groepen mensen hierin, de zaken die het vasten verbreken en andere profijtelijke punten.
1. Het vasten is: het aanbidden van Allah, de Verhevene, door weg te blijven van de zaken die het vasten verbreken vanaf het aanbreken van de dageraad tot aan zonsondergang.
2. Het vasten van de maand Ramadaan is één van de geweldige zuilen van de Islaam, omdat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
بني الإسلام على خمس: شهادة أن لا إله إلا الله وأن محمداً رسول الله، وإقام الصلاة، وإيتاء الزكاة، وصوم رمضان، وحج البيت الحرام
‘De Islaam is gebouwd op vijf: de getuigenis dat niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah en dat Mohammad de boodschapper van Allah is, het onderhouden van het gebed, het geven van de Zakaat, het vasten van de Ramadaan en het verrichten van de bedevaart naar het Huis.'(1)
De mensen met betrekking tot het vasten
1. Het vasten is verplicht voor elke moslim die voldoet aan de volgende voorwaarden:
– Hij heeft de puberteit bereikt(2)
– Hij is verstandelijk
– Hij is in staat om te vasten
– Hij is geen reiziger
– Er zijn geen andere geldige redenen voor hem om niet te vasten(3)
2. De ongelovige vast niet en hij hoeft het vasten ook niet in te halen als hij moslim wordt.
3. Een jong kind dat de puberteit nog niet heeft bereikt, is niet verplicht om te vasten. Het kind wordt echter wel bevolen om te vasten, zodat het hieraan gewend raakt.
4. De bezetene is niet verplicht om te vasten, en men hoeft ook geen armen te voeden daarvoor in de plaats, zelfs als deze persoon oud is. Dit geldt ook voor de psychisch gestoorde en de demente bejaarde die geen onderscheid kunnen maken.
5. Iemand die niet mee kan doen aan het vasten vanwege een aanhoudende reden, zoals een bejaarde of iemand die een chronische ziekte heeft, dient voor elke gemiste dag een arme te voeden.
6. Iemand die tijdelijk ziek is, hoeft niet te vasten als dit te moeilijk voor hem is. Hij dient dit in te halen als hij weer beter is.
7. Een zwangere of zogende vrouw hoeft niet te vasten als dit te moeilijk voor haar is vanwege de zwangerschap of het geven van borstvoeding. Zij hoeft ook niet te vasten als zij vreest voor de gezondheid van haar kind. Zij dient het vasten in te halen zodra dit gemakkelijk is voor haar en de vrees verdwenen is.
8. Een menstruerende vrouw, of een vrouw die een postnatale bloeding heeft, mag niet vasten tijdens de menstruatie of postnatale bloeding. Zij dient alles wat zij mist in te halen.
9. Degene die gedwongen wordt om het vasten te verbreken, omdat hij een onschuldige persoon moet redden van een verdrinkingsdood of verbranding, moet het vasten verbreken om die persoon te redden. Hij dient dit vervolgens in te halen.
10. De reiziger heeft de keuze om te vasten of niet te vasten, en hij dient in te halen wat hij mist. Dit geldt voor zowel iemand die tijdelijk op reis gaat, zoals iemand die een reis maakt om ‘oemrah (de kleine bedevaart) te verrichten, of iemand die altijd op reis is, zoals een taxichauffeur. Hij hoeft niet te vasten als hij dat niet wil, zolang hij zich niet in zijn eigen land bevindt.
De zaken die het vasten verbreken
De vastende verbreekt zijn vasten niet als hij uit vergeetachtigheid, onwetendheid of dwang iets doet wat het vasten normaliter verbreekt. Dit is vanwege de Uitspraak van Allah, de Verhevene:
رَبَّنَا لاَ تُؤَاخِذْنَآ إِن نَّسِينَآ أَوْ أَخْطَأْنَا رَبَّنَا وَلاَ تَحْمِلْ عَلَيْنَآ إِصْرًا كَمَا حَمَلْتَهُ عَلَى ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِنَا رَبَّنَا وَلاَ تُحَمِّلْنَا مَا لاَ طَاقَةَ لَنَا بِهِ وَٱعْفُ عَنَّا وَٱغْفِرْ لَنَا وَٱرْحَمْنَآ أَنتَ مَوْلَـٰنَا فَٱنْصُرْنَا عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْكَـٰفِرِينَ
‘Onze Heer, bestraf ons niet als wij vergeten of fouten maken. Onze Heer, belast ons niet zoals U degenen vóór ons (de Joden en de Christenen) heeft belast. Onze Heer, belast ons niet met iets wat wij niet kunnen dragen, scheld ons kwijt, vergeef ons en wees ons genadig. U bent onze Beschermer, laat ons daarom zegevieren over het ongelovige volk.’
(Soerah al-Baqarah:286)
En Zijn Uitspraak:
إِلاَّ مَنْ أُكْرِهَ وَقَلْبُهُ مُطْمَئِنٌّ بِٱلإِيمَـٰنِ وَلَـٰكِن مَّن شَرَحَ بِالْكُفْرِ صَدْرًا فَعَلَيْهِمْ غَضَبٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَلَهُمْ عَذَابٌ عَظِيمٌ
‘Behalve degene die gedwongen wordt, terwijl zijn hart tot rust is gekomen in het geloof, maar degenen die hun hart openstellen voor het ongeloof, over hen zal de Toorn van Allah zijn en voor hen is er een geweldige bestraffing.’
(Soerah an-Nahl: 106)
En Zijn Uitspraak:
وَلَيْسَ عَلَيْكُمْ جُنَاحٌ فِيمَآ أَخْطَأْتُمْ بِهِ وَلَـٰكِن مَّا تَعَمَّدَتْ قُلُوبُكُمْ وَكَانَ ٱللَّهُ غَفُوراً رَّحِيماً
‘En er rust geen zonde op jullie in datgene waar jullie een fout in maken, maar wel in wat jullie harten zich opzettelijk hebben voorgenomen. En Allah is meest Vergevensgezind, meest Barmhartig.’
(Soerah al-Ahzaab: 5)
Als de vastende dus vergeet, en hij eet of drinkt iets, dan verbreekt dit zijn vasten niet, omdat hij het is vergeten. Als hij eet of drinkt, omdat hij dacht dat de zon al onder was gegaan of dat de dageraad nog niet was aangebroken, verbreekt dit zijn vasten ook niet, omdat hij het niet wist. Als de vastende tijdens het spoelen van zijn mond bij het verrichten van de rituele wassing voor het gebed (woedoe), water binnenkrijgt, dan maakt dit zijn vasten niet ongeldig, omdat hij dit niet expres deed. Ook iemand die een natte droom heeft gehad, maakt zijn vasten hierdoor niet ongeldig, omdat hij hier niet voor heeft gekozen.
Er zijn acht zaken die het vasten verbreken, en dit zijn:
1. Geslachtsgemeenschap: als een vastende – voor wie het vasten verplicht is – dit overdag tijdens de Ramadaan doet, dient hij zijn vasten af te maken, in te halen en een zware boetedoening te doen. Hij dient een slaaf vrij te laten. Als dit niet mogelijk is, dient hij twee maanden achtereenvolgens te vasten, en als dit niet mogelijk is, dan dient hij 60 armen te voeden.
2. Het opzettelijk laten vloeien van sperma, terwijl de vastende wakker is, met als oorzaak masturbatie of het aanraken, kussen, omhelzen en dergelijke.
3. Het eten of drinken, of dit nou schadelijk is of niet, zoals het roken.
4. Het injecteren met een voedende naald, als vervanging voor voedsel, omdat dit hetzelfde is als eten of drinken. Een injectie die geen voeding bevat, maakt het vasten niet ongeldig. Dit geldt voor zowel het injecteren in de spieren, als in de aders, of hij de smaak nou in zijn keel proeft of niet.
5. Bloedtransfusie. Bijvoorbeeld als de vastende bloed heeft verloren en vervolgens bloed krijgt toegediend, om aan te vullen wat hij is verloren.
6. Het vloeien van menstruatiebloed of postnataal bloed.
7. Het vloeien van bloed door middel van aderlating en dergelijke. Het vasten wordt niet verbroken als het bloed uit zichzelf vloeit, bijvoorbeeld door een neusbloeding, of door het trekken van een tand of iets dergelijks. Dit is namelijk niet hetzelfde als aderlating, noch neemt het de plaats van aderlating in.
8. Het opzettelijk overgeven. Als dit onopzettelijk gebeurt, verbreekt dit het vasten niet.
Profijtelijke punten
1. Het is toegestaan voor de vastende om de intentie te maken om te vasten, terwijl hij in staat van onreinheid na geslachtsgemeenschap is en zich pas na het aanbreken van de dageraad wast.
2. Als de menstruatie of postnatale bloeding van de vrouw tijdens de Ramadaan vóór het aanbreken van de dageraad stopt, dan is het verplicht voor haar om te vasten. Dit geldt ook als zij zich pas na het aanbreken van de dageraad wast.
3. Het is toegestaan voor de vastende om zijn kiezen of tanden te trekken, om zijn wond te verzorgen met medicijnen en om oog- of oordruppels te gebruiken. Al deze zaken verbreken zijn vasten niet, zelfs als hij de smaak van de oog- of oordruppels in zijn keel proeft.
4. Het is toegestaan voor de vastende om de siwaak(4) te gebruiken, of dit nou aan het begin of einde van de dag is. Het is voor de vastende aanbevelenswaardig dit te doen, net zoals het aanbevelenswaardig is voor iemand die niet vast.
5. Het is toegestaan voor de vastende om iets te doen tegen de hitte of dorst, door bijvoorbeeld af te koelen met water of airconditioning.
6. Het is toegestaan voor de vastende om zijn mond te verkoelen met water, om de problemen die hij met zijn ademhaling heeft, vanwege de spanning of iets dergelijks, tegen te gaan.
7. Het is toegestaan voor de vastende om zijn lippen nat te maken met water, als deze droog zijn. Het is voor hem ook toegestaan om zijn mond te spoelen, als deze droog is, maar zonder te gorgelen met het water.
8. Het is aanbevelenswaardig voor de vastende om de sahoer(5) uit te stellen tot net voordat de dageraad aanbreekt, en om zich te haasten met het verbreken van het vasten na zonsondergang. Het is ook aanbevelenswaardig om het vasten te verbreken met verse, rijpe dadels. Als hij dit niet kan vinden, dan met droge dadels. Als hij geen droge dadels kan vinden, dan met water, en als hij dat niet kan vinden, met elk voedsel dat toegestaan is. Als hij ook dat niet kan vinden, dan dient hij de intentie te maken met zijn hart om het vasten te verbreken, totdat hij wel wat vindt.
9. Het is aanbevelenswaardig voor de vastende om veel daden van gehoorzaamheid te verrichten, en alle afgeraden zaken te vermijden.
10. Het is verplicht voor de vastende om te waken over de daden van gehoorzaamheid en weg te blijven van de verboden zaken. Hij dient de vijf gebeden op tijd te verrichten, en ook gezamenlijk, als hij tot de mensen behoort die het gezamenlijk dienen te verrichten. Hij dient niet te liegen, te roddelen, te bedriegen of te handelen met rente. Hij dient elke verboden uitspraak of daad te vermijden. De Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
من لم يدع قول الزور، والعمل به، والجهل، فليس لله حاجة في أن يدع طعامه وشرابه
‘Degene die valse praat, het handelen ernaar en onwetendheid(6) niet laat, Allah heeft er geen behoefte aan dat hij zijn voedsel en drinken laat.'(7)
En alle lof komt toe aan Allah, Heer der Werelden en moge de salaah en salaam van Allah over onze Profeet Mohammad zijn, en over al zijn familieleden en metgezellen.
Geschreven door de behoeftige aan Allah, de Verhevene,
Mohammad as-Saalih al-‘Oethaymien, op 16 Sha’baan, jaar 1401 van de islamitische jaartelling.
Bron: Madjmoe’ Fataawaa wa Rasaa-il ash-Shaykh Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien Deel 17
Vertaald vanuit het Arabisch door: Een zuster
(1) Voetnoot van de vertaalster: Overgeleverd door al-Boekhaarie (8) en Moeslim (16).
(2) Voetnoot van de vertaalster: Met de puberteit (al-boeloegh) wordt hier bedoeld dat deze persoon de (leef)tijd heeft bereikt dat hij of zij verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen daden. Een persoon wordt verantwoordelijk voor zijn of haar daden zodra één van de volgende zaken zich voordoet:
– Hij of zij bereikt de leeftijd van 15 jaar
– Hij of zij ontwikkelt schaamhaar
– Hij of zij heeft een natte droom
– Zij heeft haar eerste menstruatie
Zie voor meer informatie: ‘Vragen en antwoorden over het moslimkind’.
(3) Voetnoot van de vertaalster: Hiermee wordt menstruatie of postnatale bloeding bedoeld. Zie de lezing ‘as-Siyaam’ van ash-Shaykh Saalim al-‘Adjmie.
(4) Voetnoot van de vertaalster: Siwaak: Houten stokje van de Arak boom dat gebruikt wordt om de tanden mee te reinigen.
(5) Voetnoot van de vertaalster: Sahoer: De maaltijd die genuttigd wordt voordat de dageraad aanbreekt.
(6) Voetnoot van de vertaalster: Hiermee wordt bedoeld dat men een ander onrecht aandoet. Zie Sharh Riyaad as-Saalihien van ash-Shaykh al-‘Oethaymien.
(7) Voetnoot van de vertaalster: Overgeleverd door al-Boekhaarie (1903).